Hoe om te gaan met huil- en driftbuien?

 

Auteur Aletha Solter, Ph.D. Vertaald door Chris Muller, MSc. en Edith van-der Have Raats, MSc. van Biollandica

Copyright © 2000 Aletha Solter. Alle rechten voorbehouden. Geen enkel deel van dit artikel mag worden gereproduceerd of overgedragen in enige vorm of op enige wijze dan ook, elektronisch of mechanisch (met inbegrip van het kopiëren naar andere websites en met inbegrip van vertalingen), zonder schriftelijke toestemming van Aletha Solter, met uitzondering van de gratis verspreiding van gedrukte exemplaren onder ouders.

Verwarring over huilen

Veel ouders vinden het lastig om de huil- en driftbuien van hun kinderen te begrijpen en te accepteren. Ze raken in de war door alle tegenstrijdige adviezen die ze gelezen hebben. Enerzijds is een groot deel van de adviezen in ouderschapsboeken gebaseerd op het idee dat huil- en driftbuien ontmoedigd moeten worden. Sommige mensen gaan ervan uit dat zulk gedrag betekent dat het kind ‘verwend’ is en gewend om zijn zin te krijgen. Anderen zien het meer als onvolwassen gedrag, dat een kind moet leren beheersen. Daarnaast wordt het meestal als de taak van de ouders beschouwd om kinderen, zodra ze oud genoeg zijn om te praten, te helpen hun wensen en gevoelens uit te drukken met woorden in plaats van door te huilen en boos te worden. Zelfs wanneer mensen huilbuien als teken van stress en frustratie herkennen, beschouwen ze het huilen toch vaak nog als een onnodig bijproduct van stress. Ze gaan ervan uit dat kinderen zich beter zullen voelen als ze stoppen met huilen. Deze overtuiging kan ertoe leiden dat men huilende kinderen proberen af te leiden.

Anderzijds beschouwen steeds meer mensen huilbuien als een positieve uiting van gevoelens, die therapeutische waarde heeft. Veel therapeuten moedigen kinderen daarom aan om te huilen, vooral wanneer er sprake is van verlies. Ze gaan ervan uit dat huilen een belangrijk en noodzakelijk onderdeel is van het rouw- en verwerkingsproces. John Bowlby, de grondlegger van de hechtingstheorie, wees erop dat het niet accepteren van pijnlijke emoties van een kind negatieve gevolgen kan hebben. Hij vond dat kinderen in situaties van afscheid of verlies de ruimte moeten krijgen om te huilen en hun verdriet openlijk te uiten. Hij vond ook dat kinderen hun boosheid naar hun ouders toe moeten kunnen uiten. Als gevolg van deze tegenstrijdige adviezen vragen ouders zich vaak af wat ze moeten doen wanneer kinderen huilen of boos zijn. Moeten ze hen troosten, negeren, afleiden of straffen, moeten ze ‘toegeven’ of empathisch luisteren?

In mijn boeken heb ik een theorie over ontlading van stress door huilen geïntroduceerd. Ik raad een accepterende en koesterende houding aan ten opzicht van al het huilen van kinderen, vanaf de geboorte (in de aanname dat alle onmiddellijke behoeften vervuld zijn). Uit diverse bronnen blijkt dat huilen een belangrijk en heilzaam fysiologisch proces is dat mensen van alle leeftijden helpt om te gaan met stress.

Wat vertelt onderzoek ons over huilen?

Dr. William Frey, een Amerikaanse biochemicus, heeft de chemische samenstelling van menselijke tranen onderzocht. Eén van de stoffen in tranen was het stresshormoon ACTH. Het is dus mogelijk dat tranen helpen bij het verminderen van een overmaat aan ACTH in het lichaam, en daarnaast wellicht ook van andere stoffen die zich in het lichaam ophopen na een stressvolle gebeurtenis. Dr. Frey stelde dat emotioneel huilen bedoeld kan zijn voor het verwijderen van afvalstoffen uit het lichaam, vergelijkbaar met andere afscheidingsprocessen zoals plassen, poepen, uitademen en zweten. Freys conclusie was: “Als we onze tranen onderdrukken, verhogen we wellicht onze kans op diverse fysieke en psychische problemen.” Huilen verwijdert niet alleen bepaalde gifstoffen uit het lichaam, het vermindert ook spanning. Onderzoeken onder volwassenen in psychotherapie lieten zien dat patiënten direct na een sessie waarin ze hun verdriet en hun woede geuit hadden, een lagere bloeddruk, hartslag en lichaamstemperatuur hadden. Soortgelijke veranderingen werden niet waargenomen in een controlegroep die gedurende een vergelijkbare periode alleen aan beweging deed.

Andere onderzoeken bekeken de relatie tussen huilen en lichamelijke gezondheid. Zo toonde een aantal onderzoeken aan dat gezonde mensen meer huilen en positiever staan ten opzichte van huilen dan mensen die last hebben van maagzweren of darmproblemen. Uit andere onderzoeken bleek dat therapievormen waarbij veel wordt gehuild tot aanzienlijke psychologische verbeteringen leiden. Cliënten die hun gevoelens niet op deze manier uitdrukten tijdens de therapie boekten vaker geen vooruitgang, maar cliënten die regelmatig huilden in therapie ervoeren wel positieve veranderingen.

Daarnaast krijgen kinderen normaal gesproken vaker huil- en driftbuien in de weken na een ramp, zoals een orkaan of terroristische aanslag. Dat geeft aan dat kinderen proberen hun grote angst en andere heftige emoties te ontladen. Ook onderzochten psychologen het huilen van kinderen tijdens een langdurige ziekenhuisopname, een zeer stressvolle ervaring. Als kinderen in het begin openlijk protesteerden tegen hun opname door te huilen en te schreeuwen, bleken ze zich beter aan te passen dan kinderen die vanaf het begin een ‘braaf’ patiëntje waren. Deze laatste groep leek weliswaar heel rustig en coöperatief, maar deze kinderen hadden meer kans op latere tekenen van stress, zoals een terugval naar baby-gedrag en eet-, slaap- of leerproblemen.

Deze verschillende onderzoeksgebieden wijzen er allemaal op dat huilen een genezingsmechanisme van het lichaam vormt, waardoor mensen beter kunnen omgaan met stress en trauma. Huilen kan worden beschouwd als een natuurlijke reparatie-kit waarmee elk kind wordt geboren. Mensen van alle leeftijden huilen omdat ze daar behoefte aan hebben, niet omdat ze ‘verwend’ of onvolwassen zijn.

Waarom hebben kinderen behoefte om te huilen?

Kinderen gaan vaak uit zichzelf huilen als ze te lijden hebben gehad onder stress of trauma. Hoe meer stress in het leven van een kind, des te meer behoefte om te huilen. Daarbij kun je denken aan diverse bronnen van spanning. Ziektes, verwondingen en ziekenhuisopname veroorzaken pijn, verwarring en angst. Ook ruzies of scheiding van ouders kunnen verwarrend en angstaanjagend zijn, net zoals de aanwezigheid van een nieuwe partner van een ouder of een stiefouder. Ook kan een groeiend besef van geweld, dood en oorlog een bron van angst en verwarring vormen. Stress kan ook het gevolg zijn van een verhuizing, een nieuwe school of de geboorte van een broertje of zusje.

Bij deze grote bronnen van stress in het leven komen dan nog alle dagelijkse kleine spanningen zoals afscheid nemen, ongelukjes, frustraties, teleurstellingen en angsten. In één ochtend op de kleuterschool kan een kind meemaken dat een ander kind een stuk speelgoed afpakt, hij van de schommel valt, een tussendoortje krijgt dat hij niet lust, verf morst op zijn nieuwe schoenen en dat hij moet wachten op een van zijn ouders die te laat is, wanneer alle andere kinderen al weg zijn. Maar ook leuke gebeurtenissen kunnen stress opleveren als ze te veel prikkels opleveren. Het is bijvoorbeeld niet ongewoon voor jonge kinderen om in tranen uit te barsten op hun eigen verjaardagsfeestje. Alsof dit allemaal nog niet genoeg is om je zorgen over te maken, dragen veel kinderen ook nog eens de gevolgen van stress en trauma van hele vroege ervaringen met zich mee, zoals die tijdens de zwangerschap of geboorte. Onderzoek heeft aangetoond dat baby’s die een geboorte met medische complicaties hadden meer huilden dan baby’s van wie de geboorte minder traumatisch was.

Hoewel een groot deel van stress bij kinderen een onvermijdelijk onderdeel van het leven is, kunnen ouders het stressniveau bij hun kinderen verminderen (en daarmee ook de noodzaak tot huilen). Ze kunnen zorgen voor een aanvoelende, accepterende en kindvriendelijke omgeving, waarin de behoeften van kinderen worden erkend. Niet-autoritair ouderschap is veel minder belastend voor kinderen en werkt ook beter dan straffen. Ten slotte zal het hele gezin er baat bij hebben wanneer ouders zoeken naar manieren om stress in hun eigen leven te verminderen.

Het ‘kapotte-koekjes’-fenomeen

De behoefte om te huilen bouwt zich normaal gesproken geleidelijk op, totdat een kind de neiging tot ontlading voelt. Op dat punt zal bijna elk incident tot tranen leiden. Daardoor is niet altijd direct duidelijk waarom het kind huilt, en de huilbui lijkt overdreven in de gegeven situatie, zoals wanneer het koekje van een klein meisje kapot gaat en ze vervolgens in huilen uitbarst. Door dit soort situaties kunnen ouders erg geïrriteerd raken. Maar is het kind wel echt zo ‘verwend’ en ‘manipulatief’ als sommige mensen beweren?

Je kunt het ook anders bekijken. Als een kind zo reageert, gebruikt hij het kapotte koekje misschien als aanleiding om zijn opgekropte gevoelens van verdriet of woede te ontladen, gevoelens die voortkomen uit een opeenstapeling van spanning en angst. Kinderen blijven niet voor altijd huilen. Ze stoppen vanzelf wanneer ze klaar zijn en na een huilbui voelen ze zich meestal opgelucht en blij. De aanleiding tot de huilbui is geen probleem meer en het kind word dan meestal weer vrolijk en in de stemming om mee te werken.

Zoals kinderen moeten leren naar de wc te gaan, moeten ze ook leren dat een heftige huilbui op sommige momenten en plaatsen niet gepast is. Kinderen van elke leeftijd hebben wel ten minste één volwassene in hun leven nodig, die op een veilig moment en op een veilige plek naar hun gevoelens van verdriet of boosheid kan luisteren. Wanneer een kind thuis terechtkan met zijn gevoelens, is het makkelijker voor hem om op school of andere openbare plaatsen niet te huilen. Hij bewaart zijn tranen voor thuis, waar hij zijn gevoelens veilig kan uiten.


 

GRATIS BOEKENGIDS

12 boekentips + uitleg
voor bijna alle ouderschaps-uitdagingen
met alternatieven voor:
time-outs, belonen of slaaptraining 

PLUS! 

Updates & Tips in je inbox! 

Waarom is het zo moeilijk om het huilen van kinderen te accepteren?

Kinderen de ruimte bieden om te huilen is moeilijk, omdat de meesten van ons niet mochten huilen toen we zelf klein waren. Onze ouders bedoelden het goed, maar waren vaak slecht geïnformeerd. Ze reageerden op ons gehuil als poging om onze kinderpijnen te verwerken door ons af te leiden, streng toe te spreken, te straffen of te negeren. Dat kon vriendelijk gebeuren: “Toe nou, niet huilen”, of minder vriendelijk: “Als je nu niet ophoudt, dan gééf ik je iets om te huilen”. Velen van ons werden als kind geprezen als we niet huilden. Maar hoe dan ook, de meesten van ons kregen met de paplepel ingegoten dat huilen niet oké is. Door deze vroege conditionering hebben veel volwassenen al jong geleerd hun tranen weg te drukken. Daarom vinden ze het moeilijk zich in te leven in een huilend kind. Ze hebben sterk de neiging om het huilen te laten ophouden, net zoals hun eigen ouders deden bij hen.

In onze cultuur wordt huilen bij jongens nog minder geaccepteerd dan bij meisjes. Ouders zijn vaak minder tolerant wanneer jongens huilen, misschien vanwege de angst dat hij door anderen als zwak en onmannelijk zal worden gezien. “Grote jongens huilen niet”, wordt vaak gezegd. Het gevolg is dat sommige mannen al jaren geen traan hebben gelaten. De onderdrukking van huilen bij mannen zou deels kunnen verklaren waarom mannen vaker dan vrouwen stress-gerelateerde ziekten oplopen en op jongere leeftijd overlijden. Het kan ook verklaren waarom meer mannen dan vrouwen geweld plegen. Als pijnlijke gevoelens steeds weer worden onderdrukt, kunnen ze als het ware vervormen en op een later moment de kop opsteken als geweld richting anderen.

Ouders willen uiteraard dat hun kinderen gelukkig zijn en ze hebben het gevoel dat het hun taak is om hun kinderen gelukkig te maken. Daarbij realiseren ze zich vaak niet dat dit geluk vanzelf komt wanneer de huilbui zijn vrije beloop heeft gekregen. Veel ouders verliezen al snel hun zelfvertrouwen en ze voelen zich incompetent als hun kinderen huilen. Het helpt te bedenken dat een kind meestal pas gaat huilen als er al iets pijnlijk is gebeurd. Huilen is niet hetzelfde als pijn hebben. Huilen is het verwerken van de pijn.  Huil- of driftbuien zijn dus géén teken dat je het als ouder niet goed doet. Integendeel, huilen geeft aan dat het kind zich veilig genoeg voelt om pijnlijke gevoelens te uiten en niet bang is om afgewezen te worden.

Hoe kunnen ouders behulpzaam reageren op huil- en driftbuien van kinderen?

Ten eerste kunnen ouders preventieve maatregelen nemen door te proberen om frustraties, teleurstellingen en overstimulatie te verminderen. Het is alom bekend dat een moe of hongerig kind minder frustratie aankan. Sommige kinderen zijn gevoeliger dan andere en vatbaarder voor overprikkeling of voor een verandering in ritme. Kinderen die zich gemakkelijk overweldigd voelen, kunnen gerustgesteld worden door een rustige en voorspelbare omgeving met geleidelijke overgangen.

Het is belangrijk om stress in het leven van kinderen tot een minimum te beperken. Maar het is net zo belangrijk om de neiging om ‘dingen op te lossen’ te weerstaan, als dat inhoudt dat kinderen afgeleid worden van hun gevoelens. Wanneer een kind moet huilen als zijn favoriete speelgoed kapot gaat, is het verleidelijk om te zeggen: “Huil maar niet. We kopen een nieuwe.” Het is behulpzamer om liefdevol mee te leven en zijn gevoel in woorden uit te drukken: “Je bent er echt heel erg verdrietig over.” Het kind kan hierdoor eventjes nog harder gaan huilen, maar hij voelt zich begrepen en merkt dat hij zijn verdriet over het verlies mag uiten. Als een kind fysieke pijn heeft, is het belangrijk om die pijn te erkennen (“Ik snap dat je geschaafde knie echt pijn doet”) in plaats van de pijn te ontkennen of het kind af te leiden. Ouders kunnen daarnaast ook gevoelens zoals angst of woede erkennen, die vaak gepaard gaan met een ongeluk: “Vond je het eng om van de schommel te vallen?”

Zelfs wanneer een huilbui of woedeaanval niet in verhouding lijkt te staan tot de eigenlijke situatie, is het goed voor het kind als hij zichzelf mag uiten. Misschien is de gemorste melk bij het avondeten alleen maar een excuus om alle opgebouwde frustraties of teleurstellingen van die dag te ontladen. Een huil- of driftbui simpelweg toelaten is dan de meest behulpzame reactie, ook al is hier soms enorm veel geduld voor nodig. Het kind kan naar een andere kamer gebracht worden als het huilen storend is, maar wel op voorwaarde dat er een volwassene meegaat om liefdevolle steun te bieden. Niemand, van welke leeftijd dan ook, zou gedwongen moeten worden om alleen te huilen. Het is vooral belangrijk dat kinderen nooit het gevoel krijgen dat ze worden gestraft om hun tranen.

Hoe zit het met kinderen die slaan of bijten?

Wanneer een kind in zijn woede gewelddadig wordt naar anderen, dan moet dit gedrag gestopt worden. Je kunt het kind vertellen dat hij niemand mag slaan, maar dat hij wel tegen een kussen mag slaan. Wanneer woorden alleen niet voldoende zijn om het slaan te laten ophouden, moet je als volwassene ingrijpen. Houd het kind voorzichtig in bedwang, zonder hem pijn te doen, en zeg: “Ik moet  iedereen veilig houden. Ik zie dat je heel boos bent. Ik laat je geen anderen pijn doen, maar het is oké als je wilt schreeuwen en huilen.” Het doel is het geweld te laten ophouden en tegelijkertijd een helende ontlading van emoties te stimuleren. Kinderen die slaan of bijten staan namelijk vaak al op het punt te gaan huilen, maar voelen zich daar niet veilig genoeg voor. Liefdevol vasthouden stopt dan het geweld en kan tegelijk zorgen dat een kind begint te huilen, wat vaak precies is wat hij eigenlijk nodig heeft. Een kind dat toestemming heeft om luidkeels en vrijuit te huilen in de veilige, begrenzende armen van zijn ouders zal daarna minder geneigd zijn om zich agressief of destructief te gedragen.

Conclusie

Kortom, driftbuien zijn een ingebouwd herstelmechanisme van het lichaam, dat kinderen helpt om de effecten van stress en trauma te verwerken. Acceptatie van heftige gevoelens is een onmisbaar onderdeel van onvoorwaardelijke liefde en een gezonde hechting. Kinderen hebben behoefte aan een omgeving waarin ze mogen huilen zonder afgeleid, bestraft of belachelijk gemaakt te worden. Als kinderen zichzelf regelmatig kunnen ontdoen van de effecten van frustrerende, beangstigende of verwarrende ervaringen, blijven ze emotioneel gezond. Wanneer ouders proberen om heftige gevoelens bij hun kinderen te accepteren en ernaar te luisteren, dan voelen de kinderen dat ze altijd bij hun ouders terecht kunnen met hun problemen en dat er van hen gehouden wordt, hoe verdrietig, bang of boos ze zich ook voelen. Kinderen die op deze manier grootgebracht worden, groeien op tot coöperatieve, meelevende en geweldloze volwassenen. Bovendien hebben ze doorgaans niet de behoefte zich te verdoven met alcohol of drugs. Deze manier van opvoeden is daarom ook onmisbaar bij het verminderen van onze maatschappelijke problemen met geweld en drank- en drugsmisbruik.


 

GRATIS BOEKENGIDS

12 boekentips + uitleg
voor bijna alle ouderschaps-uitdagingen
met alternatieven voor:
time-outs, belonen of slaaptraining 

PLUS! 

Updates & Tips in je inbox! 

 

Over de auteur van dit stuk:

Aletha Solter, Ph.D., is een ontwikkelingspsychologe, geeft (internationaal) lezingen, is consultant en oprichtster van het Aware Parenting Instituut . Haar boeken zijn in veel talen vertaald. Zij wordt internationaal erkend als een deskundige op het gebied van binding, trauma en disciplineren zonder straffen. 



Do you want parenting support?

About the author:

Hi! My name is Chris Muller, MSc, BTA. I am a psychologist, counselor in Transactional Analysis, Aware Parenting instructor (level 2), regional coordinator the Netherlands and mother. For 10 years I provide support to parents through training, the Aware Parenting Education and 1-on-1 guidance. With a lot of love I help you to treat children AND yourself with love and respect. It is my passion that you experience more joy and more connection with your child AND with yourself! X

 
Vertaling gereviseerd door vertaalkundige Edith van der Have-Raats, MSc, Biollandica Copyright © 2000 by Aletha Solter. Copyright Nederlandse vertaling © 2016 Chris Muller. Gepubliceerd en vertaald met toestemming van het Aware Parenting Instituut